“Het is voor ons Gods Voorzienigheid dat wij juist in de carnavalsweek de schakel in de gebedsketen mogen zijn voor dit Jaar van het Godgewijde Leven. Onze dagelijkse arbeid in de wasserij ligt dan stil en tijdens de carnavalsdagen, zondag, maandag en dinsdag, is er veel ruimte voor aanbidding.” Dat zegt zuster Maria Joanna, overste van de redemptoristinnen van klooster Mariëndaal in de Limburgse gemeente Gulpen-Wittem (foto: dienst in de kloosterkapel). De zusters geven verder invulling aan de gebedsweek met een extra voorbede in de lauden (ochtendgebed) en de vespers (avondgebed): “Bidden wij voor alle religieuzen van welk instituut dan ook, dat de Heer hun de geest van hun roeping wil verlenen.” Met deze woorden geeft de regel van de redemptoristinnen voor elke dinsdag de ‘dag-opoffering’ aan. “Deze week zullen wij elke dag deze intentie in de dag-opoffering leggen en als intentie in de dagelijkse eucharistieviering noemen”, aldus zuster Maria Joanna. Zij voegt er aan toe: “Ook bidden we elke dag gezamenlijk de rozenkrans. Maria heeft immers als Moeder van Altijddurende Bijstand een bijzondere plaats in de familie van de redemptoristen en redemptoristinnen. Dat gebeurt na de vespers. Gewoonlijk doen wij dit niet. Elke zuster bidt persoonlijk de rozenkrans en ook wordt dit gebed vaak tijdens het werk gebeden in de wasserij, terwijl we mangelen of bij onze bezigheden in de keuken. Er ligt dus iets extra’s in deze gebedsweek voor ons, en tegelijk zijn het de gewone dagelijkse gebeden van ons godgewijde leven dat een gave van God is voor kerk en wereld.”