In de norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal te Oosterhout vond vandaag de afsluiting plaats van het Jaar van het Godgewijde Leven in Nederland met een middag voor religieuzen en geïnteresseerden. Het thema van de bijeenkomst, georganiseerd door de bisschoppenconferentie en de koepelorganisatie Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR), was: ‘Mijn Roeping, Mijn Tijd, Mijn Vuur’. Er waren zo’n tachtig mensen op afgekomen, onder wie drie bisschoppen: Jan Liesen van Breda, Hans van den Hende van Rotterdam en Jan van Burgsteden, emeritus-hulpbisschop van Haarlem-Amsterdam. Deze laatste is referent van de bisschoppenconferentie voor de religieuzen. Hij opende de bijeenkomst met een woord van welkom, waarin hij met dankbaarheid terugkeek op het afgelopen jaar en alle bijeenkomsten die er her en der georganiseerd waren. Hij memoreerde ook de gebedsketen waar tal van religieuze gemeenschappen enthousiast aan hebben deelgenomen (foto: mgr. Van Burgsteden aan het woord). Vervolgens gaf Heleen Murre-van den Berg, directeur van het Instituut voor Oosters Christendom dat nauw verbonden is met de Radboud Universiteit in Nijmegen, een korte inleiding over het religieuze leven in de Syrische kerk. Aan de hand van de plaats die de religieuzen in die christelijke traditie van het Oosten innemen behandelde ze het thema ‘Bewaren en doorgeven’. Na de inleiding kwamen vier religieuzen aan het woord die in het kort iets vertelden over hun roeping: Ruth Lagemann, lid van de Gemeenschap Chemin Neuf, Bram Hommel van de Broeders van Huijbergen, Maria Iuxta Crucem Belgers van de Dienaressen van de Heer en van de Maagd van Matará (‘blauwe zusters’) en Sait Cakici, Syrisch-orthodox monnik van het klooster St. Ephrem in het Twentse Glane. De bijeenkomst werd afgesloten met een dankwoord door KNR-voorzitter Cees van Dam, lid van de Broeders van Oudenbosch. Evenals mgr. Van Burgsteden blikte hij terug op het afgelopen jaar en bedankte allen die zich er voor hebben ingezet. Hij sprak de hoop uit dat door het Jaar van het Godgewijde Leven de onderlinge band tussen de religieuzen sterker is geworden en dat ze in de toekomst ook over de hun eigen grenzen heen verbindingen aan kunnen gaan. Na afloop was er een vesperdienst in de kapel van de norbertinessen en een informeel samenzijn.