In een interview met de Vaticaanse krant L’Osservatore Romano blikt kardinaal João Braz de Aviz, prefect van de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven, terug op het Jaar van het Godgewijde Leven dat gisteren werd afgesloten. “Het heeft ertoe geleid dat we positief naar het religieuze leven zijn gaan kijken, zonder de problemen van vergrijzing of gebrek aan roepingen in bepaalde continenten uit het oog te verliezen”, zo vat hij samen. “We hebben herontdekt dat er een speciale roeping is die onlosmakelijk verbonden is met de kerk. Het is niet iets bijkomstigs of van voorbijgaande aard, maar een gave van God aan de mensengemeenschap. Dat is altijd al zo geweest en we zij er van overtuigd dat God mensen zal blijven roepen, zelfs tot allerlei nieuwe vormen van religieus leven.” Op de vraag hoe het ‘Jaar van Barmhartigheid‘, dat vanaf medio december in de katholieke kerk wordt gevierd, religieuzen uitdaagt, antwoordt de kardinaal: “Overal waar ik kom, merk ik dat het Jaar van Barmhartigheid wordt ervaren als een oproep om tot een meer evenwichtige relatie met God te komen. Hij is de rechter, maar hij is barmhartig. En van dit wezenskenmerk van God moet ons persoonlijk en gemeenschappelijk leven een afspiegeling zijn. Zoals God barmhartig is tegenover ons, zo moeten wij barmhartig tegenover anderen zijn. Hierdoor worden onze relaties met anderen in sterke mate bepaald.”